Emigreren naar Canada

GROTE STAP, WEL KANSEN
stock canada niagarafall

Het is een walhalla voor veehouders en graanvelden zijn er enorm. Canada lijkt nog steeds het beloofde boerenland. Maar er zitten scheurtjes in het quotumsysteem en als akkerbouwer begin je opnieuw. (reportage Boerderij, 16-02-2019)

Emigreren naar Canada.

Na de Tweede Wereldoorlog waagden veel Nederlandse boeren de oversteek. Ook later bleef Canada een populaire boerenbestemming. Al waren er in de jaren ’90 en begin deze eeuw minder emigranten. De laatste jaren neemt de belangstelling voor Canada weer toe. Dat zijn vooral melkveehouders die de strenge regelgeving in eigen land zat zijn. Maar is emigreren eigenlijk wel zo makkelijk? En zijn de mogelijkheden zo onbegrensd? Boerderij sprak met enkele makelaars van Interfarms in Canada en pikt er 3 landbouwregio’s uit.

Veel boeren 50-plus

In Canada liggen kansen om landbouwbedrijven over te nemen. Al is het alleen maar omdat de gemiddelde boerenleeftijd 55 jaar is. Het land telt relatief veel stoppers en de vanzelfsprekendheid dat kinderen het bedrijf overnemen, is er niet meer. Slechts 9% van de boeren is jonger dan 35 jaar.

Financieel kan het ook aantrekkelijk zijn. Boeren die in Canada een bedrijf kopen, hoeven vaak maar 25 tot 50% van de aankoopprijs te financieren. Daarnaast liggen grondprijzen aanzienlijk lager dan in Nederland en is de regelgeving veel minder streng. In Canada heb je geen last van termen als fosfaatrechten of staldering. En qua milieuregels is het land voor Nederlandse boeren helemaal een warm bad. Alleen bij waterwegen en in de meer dichtbevolkte regio’s is extra milieuregeldruk. Water is heel belangrijk in Canada. Een ander pluspunt: de waardering voor boeren/ondernemers is groter, omdat ze als goed voor de economie worden gezien.

Echt opnieuw beginnen

Het is niet alleen goud wat er blinkt. Akkerbouwers belanden vooral in de grote graanprovincies Saskatchewan, Alberta en Manitoba. Het klimaat in die prairiegebieden is extreem. Daar moet je mee leren omgaan. Of zoals een makelaar het zegt: in Nederland heb je gevoel met je grond, hier sta je te kijken wat je buurman doet. Het duurt een paar jaar voordat je dit in de vingers hebt. Nederlanders moeten zeker niet denken dat ze Canadezen het vak komen leren.

Melkquotum

Melkveehouders op hun beurt lijken juist in een gespreid bedje te komen. Het Canadese quotumsysteem beschermt de eigen markt en melkprijzen liggen hoger dan in Nederland. Het grootste nadeel is dat binnen dit systeem groei lastig is. Het ondernemerschap wordt niet geprikkeld. Daarbij staat het quotumsysteem steeds meer onder druk. Het recente handelsakkoord met de VS (zie kader hieronder) is er een voorbeeld van. Maar dat gold ook al voor eerdere internationale handelsakkoorden die Canada sloot.

Trump raakt Canadese zuivel

Het nieuwe Nafta-handelsakkoord – USMCA – tussen Canada en de VS kent winnaars en verliezers. De Canadese melkveehouders zitten in het laatste kamp. Volgens het akkoord mag de VS bijna 4% meer zuivel naar Canada exporteren. Dat betekent dat er aan het beschermde quotumsysteem gemorreld wordt. Juist importbeperking is hier een belangrijke pijler onder. Al is niet precies duidelijk hoeveel melk Canadese veehouders straks nog mogen produceren. Voor de Amerikaanse president Trump was de Canadese concessie van groot belang. Melkveehouders in de noordelijke Amerikaanse zuivelstaat Wisconsin hamerden al langer op meer markttoegang in het buurland. Voor de Canadese akkerbouw en vleesveehouderij is het juist prettig dat USMCA er nu eindelijk is. Beide sectoren zijn sterk afhankelijk van export.

Canadees 'noaberschap'

Emigreren naar Canada is een grote stap. En het hele emigratietraject neemt volgens Interfarms zo 1 tot 2 jaar in beslag. Eenmaal in Canada vinden emigranten snel aansluiting, mits ze zich openstellen. Mensen wonen er – meer dan in Nederland – in een gemeenschap. Het sociale aspect weegt zwaar. De buren zijn in Canada erg belangrijk. Boeren helpen elkaar. Bijvoorbeeld met machines voor het landwerk of in geval van problemen. Dit heeft ook met de grote afstanden in het land te maken.

Canada-Prince Edward Island-Canoe Cove-1177

De Canadese landbouw in cijfers

Canada telt 193.500 landbouwbedrijven. De provincies met de meeste bedrijven zijn Ontario (49.600), Alberta (40.600), Saskatchewan (34.500) en Quebec (28.900). Een derde van alle bedrijven teelt granen of oliehoudende zaden. De tweede en derde sector zijn de vleesvee- (19%) en melkveehouderij (5%). Tussen provincies zijn echter grote verschillen. Saskatchewan, Ontario en in iets mindere mate Alberta en Manitoba zijn de grote graanschuren. De melkvee- en varkenshouderij bevindt zich in het zuiden van Quebec en Ontario. In die stedelijke regio’s is veel afzet voor zuivel en vlees. 80% van alle Canadese veehouderijen zit hier. Een groot verschil met Nederland is het aantal vleesveebedrijven. In Canada zijn er bijna 4 keer zoveel vleesveebedrijven als melkveebedrijven: 36.000. Alberta is de grootste rundvleesproducent. Bijna 40% van alle dieren staat in deze provincie. Aardappelen worden vooral op Prins Edwardeiland geteeld. Dat blijkt uit de vijfjaarlijkse landbouwtelling van het Canadese CBS in 2016.

PEI: Kwart Canadese aardappelbedrijven op postzegel

Prins Edwardeiland (PEI), New Brunswick en Nova Scotia zijn 3 relatief kleine provincies in het oosten van Canada.

Alle 3 omringd door de Atlantische Oceaan, waardoor er een gematigd zeeklimaat heerst. De winters zijn minder streng dan in de grote graanprovincies in het Westen. In New Brunswick en PEI voeren zuivel, aardappelen en vleesvee de boventoon. In Nova Scotia is de pluimveehouderij ook goed vertegenwoordigd.

Op PEI springt de aardappelsector eruit. Een kwart van alle Canadese aardappelbedrijven bevindt zich op dit kleine eiland. De economie steunt er op. Dat is te merken aan de goede infrastructuur. Er zijn veel afnemers. Zowel op contractbasis als via de vrije markt. Ook zijn er genoeg loonbedrijven.

De aardappelbedrijven hebben gemiddeld tussen de 300 en 500 hectare land. Meestal met een aantal veldkavels. Veel grond is ook nodig. Het land – zanderig leem – kan in de meeste gevallen namelijk niet volledig bewerkt worden. Een derde van de grond kan zomaar bos zijn. Dat mag echter ontgonnen worden. Mits zo’n bos niet te dicht bij water ligt.

Akkerbouwers doen het financieel goed

Aardappelen vormen op PEI het hoofdgewas. Het bouwplan wordt vaak aangevuld met tarwe, gerst en in toenemende mate sojabonen. De aardappelopbrengsten liggen iets hoger dan in Nederland en grondprijzen liggen lager dan in andere Canadese provincies. De aardappelbedrijven doen het financieel ook goed. Dat heeft een nadeel: er worden niet veel van dit soort bedrijven op het eiland verkocht. De aardappelen worden overigens pas half mei geplant. De oogst moet voor 1 november – in verband met vroege vorst – van het land zijn.

Melkveebedrijf gemiddeld 100 melkkoeien

De melkveebedrijven in het oosten van Canada lijken qua schaalgrootte meer op Nederland. Bedrijven hebben gemiddeld rond de 100 melkkoeien. De Canadese regelgeving is echter veel soepeler. Er is geen mestwetgeving en er zijn geen productie-eisen. Milieuvergunningen nemen weinig tijd in beslag en welzijnscommissies bestaan niet. Daarbij beuren veehouders vanwege het Canadese quotumsysteem een vrij constante melkprijs. Die ligt op PEI nu met omgerekend € 0,49 per kilo zo’n € 0,03 lager dan gemiddeld. Dat is evengoed fors meer dan in Nederland. Bovendien ligt de Canadese kostprijs van melk € 0,13 tot € 0,20 lager dan de opbrengstprijs. Met zulke marges is het niet nodig om een groot veebedrijf te hebben.

Veehouders op PEI hebben over het algemeen ruim voldoende grond. Qua voer zijn ze grotendeels zelfvoorzienend en mestafzet is geen probleem. En anders kunnen ze de mest vlot bij akkerbouwers in de buurt kwijt.

Alberta: Tarwe, gerst, koolzaad en veel vleesvee

De provincie Alberta ligt in het westen van Canada. De economie draait op de olie-industrie, maar landbouw is eveneens zeer belangrijk. Akkerbouw is de grootste tak van sport. Tarwe, gerst en koolzaad zijn de 3 grootste gewassen. In het Zuiden worden ook aardappelen en uien verbouwd. Vaak met hulp van beregening. Daarnaast staat Alberta bekend om rundvlees. Bijna 40% van al het Canadese vleesvee staat in deze provincie. Vaak wordt het slechtere land – met stenen – gebruikt als grasland voor vleeskoeien. Melkveebedrijven komen minder vaak voor, maar dit zijn in de regel wel grote bedrijven (100 tot 500 melkkoeien).

Gewaskeuze afhankelijk van klimaat

Belangrijke factoren voor akkerbouw in Alberta zijn de hoeveelheid neerslag, de vorstvrije periodes en de hoeveelheid zon (hier is een apart systeem voor dat telers helpt: crop heat units). De gewaskeuze hangt vooral af van het klimaat en in mindere mate van de grondsoort. Dat klimaat kent vanwege de grootte van de provincie forse klimatologische verschillen. Bijvoorbeeld tussen de uitlopers van de Rocky Mountains in het Westen en de prairies in het Oosten. De zomers zijn iets warmer dan in Nederland, maar in de winter kan het -30 tot -10 graden zijn. Dit is wel droge kou en de zon schijnt volop. Er kan niettemin 4 tot 5 maanden sneeuw liggen. Voor de afzet is dit echter geen probleem. Vrachtwagens rijden de hele winter door het land om graan uit silo’s op te halen.

Opbrengsten

Dan de gemiddelde opbrengsten. Koolzaad brengt omgerekend € 330 per ton op. Voor tarwe is dit € 220 per ton, terwijl voor gerst iets meer dan € 200 per ton betaald wordt. De grondprijzen verschillen sterk per regio, hoeveelheid neerslag en grondkwaliteit. Gemiddeld noteert akkerbouwgrond omgerekend € 10.500 per hectare. Voor grasland zit dat tussen de € 4.400 en € 6.200 per hectare. Land in het zuiden van Alberta zit in een heel andere prijsklasse. Voor goede aardappelgrond wordt wel € 27.000 per hectare betaald (inclusief beregeningsinstallatie). Een levensvatbaar graanbedrijf heeft in Alberta al snel 1.000 hectare. Dit is vaak deels eigendom en deels huurgrond. De kleinere bedrijven hebben zich meestal gespecialiseerd in aardappelen, uien en graszaad. Zo kunnen zij zich ook met minder grond redden.

Infrastructuur

In Alberta is de infrastructuur voor leveranciers en afnemers goed, maar afstanden zijn groot. De meeste bedrijven hebben daarom een eigen machinepark. Alleen voor speciale werkzaamheden huren de Canadezen loonwerkers in. Bijvoorbeeld voor mest uitrijden, kuilen aanleggen en ronde hooibalen maken die gewikkeld moeten worden.

Manitoba: Eenmansbedrijf telt zo 400 tot 500 hectare

De dunbevolkte provincie Manitoba ligt centraal in Canada.

Het klimaat in dit prairiegebied is vrij extreem met warme zomers en zeer koude winters. Temperaturen van -35 tot -30 graden komen voor. Dat betekent dat oogsten vroeg van het land moeten. Er is minder tijd dan in Nederland.

Manitoba is een echte akkerbouw- en ook vleesveeregio. De melkveehouderij is in de minderheid. Vanwege het klimaat draait alles om granen. Aangevuld met koolzaad en sojabonen. Laagsaldogewassen bepalen de muziek. Daar zijn infrastructuur en afzet op gebouwd. Vanwege de grote afstanden vindt afzet plaats bij grote graanopslagen (elevators) bij treinstations.

Schaalgrootte is belangrijk in Manitoba. Een gemiddeld akkerbouwbedrijf heeft al snel 400 tot 500 hectare grond. Als er 3 gezinnen van moeten eten, is een bedrijf van 1.500 hectare niet ongewoon. De grootste bedrijven zitten zo rond de 5.000 hectare. Daarbij gelden de volgende gemiddelde hectareopbrengsten: zomertarwe (2,5 ton), haver (3,5 ton) en sojabonen (1,5 ton). Opvallend daarbij: Canadese telers huren vaak veel grond. Ze durven te bouwen en te kopen met een onzekere grondpositie.

Rundvleesproductie is in Manitoba bijvangst voor akkerbouwers. Omdat er slechtere stukken grond tussen hun hectares zitten, kunnen ze die delen makkelijk reserveren voor vleeskoeien. De dieren worden dan niet afgemest. De vleeskalveren gaan naar grote feedlots in de provincies Alberta en Ontario en de VS in het zuiden. Omgerekend wordt € 900 tot € 1.300 voor zo’n kalf betaald.

Wilt u meer weten over uw mogelijkheden in Canada?

Neem vrijblijvend contact met ons op: T 0528 - 39 11 11 of info@interfarms.com

News