Portugal-Castello Branco-Nesperal-1070

Portugal

Over Portugal

Het vasteland van Portugal heeft een oppervlakte van 88.500 km2, inclusief de eilanden (Madeira en de Azorenarchipel) een oppervlakte van 92.389 km2. Met deze oppervlakte is Portugal 2,7 keer zo groot als Nederland. Lissabon is de hoofdstad van het land en Porto is tevens een belangrijke stad. Het landschap in Portugal is sterk variërend en verschilt van het Spaanse landschap. De rivier de Taag vormt de belangrijkste scheiding in het land. Ongeveer de helft van het gebied ten noorden van de rivier ligt meer dan 400 meter boven zeeniveau en het land ten zuiden van de Taag bereikt slechts op weinig plaatsen deze hoogte.

In Portugal leven volgens de laatste telling (2009) 10,7 miljoen mensen, wat neer komt op 120 mensen per km² (Nederland: 452 mensen per km²). De bevolkingsgroei bedroeg in 2003 0,17 %. Het grootste gedeelte van de Portugezen, 66,4 %, bevindt zich in de leeftijdscategorie 15-64 jaar. De bevolkingsdichtheid verschilt sterk in de verschillende Portugese streken.

De familie speelt nog altijd een zeer belangrijke rol in de Portugese samenleving. De hele familie helpt elkaar, bijvoorbeeld inwonende grootouders die op de kinderen passen of familieleden in het buitenland die geld overmaken. Een hechte familieband is dan ook één van de voornaamste kenmerken van de Portugese samenleving. Het op papier redelijk ogende systeem van sociale voorzieningen werkt in de praktijk minder goed. De staatspensioenen en de bijstandsuitkeringen zijn over het algemeen laag en nauwelijks voldoende om van rond te komen, zelfs al geniet het grootste gedeelte van de lokale bevolking huurbescherming en worden er, in vergelijking met Nederland, lage huren betaald. Portugal kent een sociale verzekering, die alle gevallen van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, zwangerschap, ouderdom enz. dekt. Deze verzekering wordt bekostigd door alle werkgevers, werknemers en de overheid. Verder is er nog een heffing gebaseerd op het inkomen om in de kosten van de sociale voorziening te voorzien. Portugal heeft een 9 jaar durende leerplicht, welke begint op het zesde levensjaar. Onder de zes jaar kunnen de kinderen naar de kleuterschool. Op het platteland worden de kinderen voor de lagere school, dus het basisonderwijs, met schoolbusjes van huis gehaald en weer terug gebracht. Vaak krijgen de kinderen tussen de middag warm eten op school. Het basisonderwijs duurt vier jaar. Na de basisschool moeten ze een tweejarige opleiding doen, waar een verplichte driejarige opleiding op volgt. De opleidingen verschillen in niveau. Na het voltooien van de verplichte opleidingen kan men door middel van een driejarige opleiding het niveau krijgen om aan de universiteit te gaan studeren. De bevolking behoort formeel vrijwel in haar geheel tot de Rooms Katholieke Kerk. Er zijn drie aartsbisdommen namelijk Braga, Évora en Lissabon met respectievelijk acht, twee en acht bisdommen. In de grote steden zijn protestantse kerken te vinden.

In Portugal overheerst, ondanks de invloeden van de betrekkelijk koude Atlantische Oceaan en de continentale Meseta, een mediterraan klimaattype. Het land heeft dan ook te maken met koele, regenachtige winters en hete, droge zomers. In het noordelijke deel van Portugal heerst een duidelijk ander klimaat dan in het zuiden. Het noorden, waar de naar de wind gekeerde berghellingen jaarlijks 2540 mm regen ontvangen, kent een duidelijk regen schaduweffect. In het gebied ten zuiden van de Taag valt minder dan 800 mm en in het oosten van Algarve minder dan 406 mm.Over het algemeen heeft Portugal te maken met westelijke winden. Er is een grote tegenstelling in temperatuur tussen de kust en het binnenland. ’s Winters liggen de temperaturen langs de kust tussen de 10 en 12 ºC en in het binnenland tussen de 4 en 7 ºC. De zomertemperatuur verschilt van 20 – 24 ºC langs de kust en 18 ºC in het noordelijke binnenland. De provincie Alentejo kent een gemiddelde van ruim 3.000 zonuren per jaar, wat tot een van de hoogste waarden van Europa behoort. Ter vergelijking: Nederland zit op gemiddeld 1.350 zonuren.

De agrarische sector is nog altijd belangrijk voor Portugal. De Portugese landbouw heeft, sinds de toetreding tot de EU financiële steun gekregen uit het Landbouwfonds. De productiviteit in de agrarische sector is ondanks de steun van de EU, o.a. door kleinschaligheid, verouderde productiemethoden en distributiesystemen lager als in de meeste andere West-Europese landen. Door een stagnerende productie bij een groeiende binnenlandse vraag, moeten er veel landbouwproducten geïmporteerd worden. Door de invloed van de Atlantische Oceaan wordt er weinig geïrrigeerd in de Portugese landbouw. Langs de rivieren is de grond erg goed. Verder heeft Portugal redelijke grond, waarbij echter regelmatig het gebrek aan humus en het ontbreken van beregeningsmogelijkheden een probleem is. De prijs van de grond is sterk afhankelijk van de kwaliteit en ligging van de grond en ligt tussen de € 5.000,- en € 10.000,- per hectare. De prijzen van de duurdere gronden ontstaan doordat hier de mogelijkheid voor beregening aanwezig is. Er wordt in Portugal vrijwel geen grond verpacht.

MelkveehouderijDe meeste melkveehouderij vindt plaats in het noorden van Portugal. De grote moderne melkveebedrijven, waarvan een groot aantal door Nederlanders opgezet, bevinden zich echter in de zuidelijke provincies Ribatejo en Alentejo. Onder andere het aantrekkelijke klimaat, de relatief goedkope landbouwgrond in grote percelen, de beschikbaarheid van relatief goedkope arbeid en de geringe kosten voor het verkrijgen van quotum maken dit gebied zo aantrekkelijk voor het starten van een bedrijf. De melkprijs in Portugal behoort tot één van de hoogste in Europa. In januari 2008 bracht de melk € 0,40 per liter op, bij een vetpercentage van 4,1 % en een eiwitpercentage van 3,4 %. Tijdens de zomer liggen de temperaturen zo hoog dat de koeien tegen de hitte beschermd moeten worden. De koeien verblijven in dit jaargetijde dan ook veelal in (open front) stallen. ’s Winters lopen de meeste koeien in het land, om te kunnen weiden. Door het warme klimaat en de lange groeiperiode is er per hectare een hoge opbrengst te behalen, mits er beregend en goed bemest wordt. Door de hoge temperaturen in het zuiden van Portugal kan het grasland daar door de hitte doodgaan wanneer er niet beregend wordt, zodat het land elk jaar opnieuw ingezaaid moet worden. Met beregening is het mogelijk om in de zomer maïs te verbouwen. In 1991 is de melkquotering ingevoerd in Portugal. Tot 1999 werd het nationale melkquotum niet vol gemolken en kon iedereen gratis quotum aanvragen en verkrijgen bij de overheid. Op 21 oktober 1999 was de quotumgrens bereikt en kreeg het melkquotum een financiële waarde. Deze startwaarde van het quotum bedroeg € 0,10 per liter melk en is in januari 2004 toegenomen tot een bedrag van € 0,24 per liter, in 2006 tot € 0,33 per liter en vanaf eind 2007 slechts enkele centen per liter.

Akkerbouw & TuinbouwEen groot gedeelte van de agrarische toegevoegde waarde in Portugal komt uit de tuinbouw. De belangrijkste gewassen in Portugal zijn de wijndruiven, sinaasappels, appels, peren, kool, perziken, tomaten en aardappels. De totale fruitproductie bedraagt ongeveer 10 miljoen ton en de totale groenteproductie, inclusief aardappels, ligt op 30 miljoen ton. Ca. 600 ha grond wordt gebruikt voor het verbouwen van snijbloemen en potplanten. Groenten voor de verse markt worden met name in de Taag vallei en langs de kust ten noorden van Lissabon verbouwd. Kassen zijn te vinden in de Algarve en langs de westkust. In het noorden van Portugal zijn kleine akkerbouwbedrijven te vinden. Graan, maïs, bonen, rogge, rijst, aardappelen, olijfolie en wijn zijn de belangrijkste producten voor de akkerbouw. De grootste wijngebieden liggen in het noorden van het land. Portugal behoort tot de belangrijkste wijnproducenten van de wereld en volgens kenners produceert zij zelfs de beste wijnen van Europa. De wijnen uit Redondo, Borba en Requengos zijn daarbij zeer bekend. Van de wijnopbrengst wordt ongeveer 50 % geëxporteerd.