Hieronder delen we een overgenomen artikel uit GrootSa, geschreven door auteur Arend Waninge.
Let op: enkele delen van de tekst zijn in het Fries geschreven.
Twee jaar geleden wist Jilt Wijnstra (56) uit Terwispel wat hij wilde: overschakelen naar een biologisch melkveebedrijf. In zijn ogen de enige mogelijkheid om zijn zoon Janco een toekomst te bieden op het bedrijf dat grenst aan het Natura2000-gebied Van Oordt’s Mersken. Het liep anders. Inmiddels staan de koffers gepakt voor emigratie naar Denemarken.
Terug naar november vorig jaar
Jilt Wijnstra gaat op cursus. Een verplichte cursus van Staatsbosbeheer, omdat hij achttien hectare grond van de gebiedsbeheerder pacht. Wijnstra: “Dat dogge wy al mear as tritich jier. Wy ha der altyd goed op past.” De cursus gaat gepaard met de mededeling dat wanneer het pachtcontract afloopt, Wijnstra moet inschrijven op het land dat hij al zo lang gebruikt. Het is het gevolg van het zogenaamde Didam-arrest, waardoor overheden geen onroerend goed een-op-een kunnen verkopen of verhuren. Iedereen moet daar kans op kunnen maken. “At je spul op de buert ha wolle, dan moatte je dit dwaan,” zegt Jilt Wijnstra. “It betsjut dat ik tsjin myn buorman opbiede moat om de grûn brûke te kinnen.”
"Wy ha it sels útsykje moatten"
Deze ontwikkeling had Wijnstra niet voorzien. Het werd de bekende druppel die de emmer deed overlopen. Er knapte iets. “Ik seach dat Jilt de wille yn it buorkjen hielendal kwytrekke,” vertelt zijn vrouw Jantine. “Sa koe it net langer.”
De familie Wijnstra vindt dat de aanvankelijke toekomstplannen met een extensief biologisch bedrijf helemaal passen binnen wat men in Nederland wil. Ze boeren al behoorlijk extensief. De overstap naar biologisch lijkt hen niet zo groot, ook al weten ze dat er een intensieve overgangsperiode van twee jaar wacht. Maar die periode brengt veel extra kosten zonder dat de meeropbrengsten van biologische melk (ongeveer 10 cent per liter) daar tegenover staan.
Jilt Wijnstra: “Wy leinen op in geskikte rûte foar de sûvelfabryk. Dat wie al klear.” Hij merkt echter weinig enthousiasme van zuivelcoöperatie Campina: “Wy soenen begelied wurde, mar dêr is weinich fan op de hispel kaam. Wy ha it sels útsykje moatten.”
Méér teleurstellingen
En er zijn méér teleurstellingen. De Rabobank schermt met rentekortingen voor duurzame melkveehouders. Dat komt mooi uit, de familie Wijnstra moet opnieuw afspraken maken over de rente voor een bestaande lening. “Dat ik sei, kom mar op mei dy koarting. Mar dat wie allinnich foar nije ynvestearingen, wie it antwurd.” En hoewel nog niet officieel biologisch moet Wijnstra al wel jaarlijks een fikse contributie betalen aan SKAL, de keuringsinstantie. “At je 'biologysk' stimulearje wolle, soene je tinke dat wy dêr wol in subsydzje op krije soenen. Mar nee.” Daar komt het zwabberende overheidsbeleid nog eens bij. Niemand in agrarisch Nederland weet wat de toekomst brengt. “It iene momint krije je subsydzje foar it weidzjen fan it fee; it oare momint moatte je der in fergunning foar oanfreegje.”
Blik op Denemarken
Alles bij elkaar opgeteld is de conclusie voor Jilt en Jantine Wijnstra wel duidelijk: geen omschakeling meer naar biologisch. Maar wat dan wel? Doorgaan op een gangbaar bedrijf is hun ogen ook geen optie. Het bedrijf aan de Bütewei grenst aan Van Oordt’s Mersken, een omvangrijk natuurgebied met de Natura2000-status. “Ik fersjoch yn de takomst op dizze lokaasje allinnich mar mear beperkingen.”
Eind 2023 komt daarom voor het eerst het onderwerp emigratie op tafel. En Denemarken is eigenlijk het enige land dat daarvoor in aanmerking komt; overige landen vallen om verschillende redenen af. Bovendien zijn ze op vakantie geweest in Denemarken. Het land en de bevolking heeft toen een goede indruk gemaakt, ook al was emigratie helemaal nog niet in beeld. Als emigratie wél een serieuze optie wordt, gaat het snel. Er volgen gesprekken met deskundigen en vijf reizen naar Denemarken. Bij het vijfde bedrijf dat ze serieus bekijken, is het raak. Dít moet het worden.
De toekomst voor de familie Wijnsta ligt veertien kilometer ten Noorden van Billund, bekend van Legoland.
"Met 380 koeien en in totaal 220 hectare grond, waarvan 137 hectare in eigendom. Een bedrijf dat fors groter is dan dat in Terwispel, waar Wijnstra tachtig koeien melkt. Op het Deense bedrijf, dat al in handen is van een Nederlander, zorgen drie medewerkers uit India voor het melken. Een Oekraïense medewerker voert de dieren en al het landwerk wordt door loonwerkers uitgevoerd. “Ik wurd no mear manager, mar ik tink dat je op dizze wize in stik relaxter buorkje kinne.”
De gelatenheid en tegenwerking die de familie Wijnstra in Nederland ervaart, heeft plaats gemaakt voor de in hun ogen Deense open armen. “Der is omtinken foar it plattelân. De Denen binne bliid mei minsken dy’t dêr buorkje wolle. Net allinnich de oerheid, mar wy hienen de banken ek foar it útsykjen.” Ze hebben een goed gevoel bij de Denen. Van de circa zes miljoen Denen woont ongeveer de helft in Kopenhagen en omgeving. “Op it plattelân is alle romte, dêr is gjin gefjocht om de grûn, sa as hjirre.” Ook de mentaliteit van de Denen spreekt de familie Wijnstra aan. “Denen binne net fan swetse en swiere; dêr hâlde se net fan, en dat past ús wol.” In de nieuwe Deense omgeving wonen méér Nederlandse boeren, waaronder ook veel Friezen.
Vier generaties Wijnstra aan de Bûtewei
De verkoop van het eigen bedrijf in Terwispel gaat intussen snel. Al in april 2024 vertrekken de koeien, al is het afscheid van de Baukjes en de Beatrixen niet eenvoudig. “Doe ha ik al efkes allinnich achter de stâl stien”, bekent Jilt. Daarna is het afkicken. “Doe’t oaren begûnen te meanen, makke de geur fan farsk gers mei wol ûnrêstich.”
De familie Wijnstra laat in Terwispel een stuk familiegeschiedenis achter. Jilt is de vierde generatie Wijnstra die op verschillende plekken aan de Bûtewei ‘buorke’. Al eens eerder was de toekomst onzeker. Door de ruilverkaveling moest er iets gebeuren. Aan de Bûtewei zaten zeven boeren, dat was te veel. “Wy wienen ien fan de lytsere bedriuwen. En doe kaam buorman Gosse Eppinga del. Hy hie in pleats by Appelskea kocht en frege at syn pleats net wat foar ús wie. Dat wie op myn jierdei, moaier kado koe ik net krije.” En dus verhuisde de familie Wijnstra destijds 125 meter verderop. Een boerderij waar ooit twee vrijgezelle oudooms van Jilt hadden geboerd."
Met het aanstaande vertrek van de Wijnstra’s naar Denemarken telt het Terwispeler deel van de Bûtewei helemaal geen melkveehouders meer. En waar Terwispel in Jilt zijn jonge jaren nog circa veertig melkveehouders telde, zijn daar nu aan de randen van het uitgestrekte dorpsgebied nog zeven over.
De vijfde generatie: ‘om útens’
Vorig jaar gaf Jilt samen met een collega-boer eens een presentatie in het dorpshuis. “Doe ha ik sein dat it de fraach wie at ús Janco de fiifde generaasje boer wurde soe of de earste generaasje boskwachter. Beide is it dus net wurden.” Janco wordt binnenkort veertien jaar, als ze net in Denemarken zitten. Volgens zijn ouders heeft hij het altijd in zich gehad om boer te worden. “Mar ik sjoch no yn Denemarken mear takomst as hjir”, zegt Janco. Het wordt voor hem een grote stap. Ook een stapje terug, vertelt hij lachend. In Denemarken wacht opnieuw de basisschool, waar kinderen tot hun zestiende les krijgen. In Nederland was hij al toe aan de tweede klas Havo. “Ik bin no frij fan skoalle en bin drok Deens oan it learen.”
De boerentoekomst van Janco is belangrijk bij de emigratie, maar niet de enige reden. Jilt: “Ik bin ek noch net klear mei buorkjen, ik bin ek ta oan in nije stap.” Moeder Jantine benadrukt dat ze voor de toekomst met alle scenario’s rekening houden. “Janco wol no graach boer wurde, mar dat kin fansels noch wol feroarje. Mar at wy in stap meitsje wolle, dan moat it no.”
Ouders vliegen uit
Ook voor Jantine zelf is het een grote stap. Jantine werkt in de thuiszorg, rondde vijf jaar geleden nog een opleiding af. “Mar yn de soarch feroaret ek in soad. Der binne in soad regels en der is minder tiid foar de minsken. It rint no oars as tocht, mar ik pas my oan.”
"Jilt en Jantine hebben vier kinderen. Zoon Janco en dochter Esther gaan mee naar Denemarken. De twee andere dochters, Anita en Gretha, blijven in Terwispel. Zij krijgen hun eigen plekje in de boerderij waar Jilt is geboren en die in de familie is gebleven. “Net de bern, mar de alders fleane út”, grapt Jilt. “Ik bin bliid dat wy dat plakje noch ha. Dêr is ek romte foar ús at wy yn Nederlân binne.” De boerderij waar de twee dochters gaan wonen draagt al heel lang de naam ‘De brune búken’. Ook bij de nieuwe boerderij in Denemarken staat in de tuin een imposante grote beuk. “In griene bûk, mar wól in bûk. It hat sa wêze moatten.”
Het opsplitsen van het gezin valt hen allemaal zwaar, maar het op eigen benen staan hoort ook bij de ontwikkeling van de kinderen, vinden Jilt en Jantine. “It is ek mar sân oeren riden, mar it wie noch makliker west at der in fleanferbining wêze soe fan Billund nei Eelde.”
Overdrachtsmoment met de familie Van Soest (verkopers), familie Wijnstra (kopers) en Danitsja, onze begeleider in Denemarken, die in het midden staat.
Auteur: Arend Waninge
Krant: GrootSa
De overname van het bedrijf vond plaats op 1 november 2024. Dit was een stille verkoop. We hebben nog veel meer bedrijven in de stille verkoop. Ben je geïnteresseerd of wil je meer informatie? Neem dan gerust contact met ons op!